Snoepdoos : nf Kleine snoepdoos.
Elegante kleine kamer, smaakvol ingericht klein appartement. Elegant theatertje waar je op de voorgrond kunt bijten in snoep en in de zalen van snoeprietjes.
Leegmakende barreltinette, grote ton bewapend met strijkijzers. Toespeling, ongetwijfeld, op het feit dat men door het te openen greep krijgt. Onder de mensen zeggen ze van een aaseter dat hij meer met zijn neus meeneemt dan met een schop.
Trickster candy box: omnibus in het jargon van misdadigers, wie weet als geen ander hoe gemakkelijk iemand dat kan rond spetteren in deze openbare auto's.
omnibus. Reizigers zijn druk, zakkenrollen is gemakkelijk; er zijn dieven die zich alleen specialiseren in het stelen van morlingues in een snoepdoos (Slang voor dieven)
Geslacht van de vrouw.