artisjok : nm Meerjarige groenteplant, waarvan de bloem of kop wordt gegeten en waarvan de vlezige bak (artisjokbodem) schutbladen draagt
(artisjokbladeren) met een even vlezige basis.
Portemonnee.
Heb een artisjokhart: wees onbestendig in de liefde.
Word gemakkelijk en vaak verliefd.
Artisjokhart: man met een banale vriendschap; vrouw heeft omkoopbare liefde - in het jargon van het volk. Wij zeggen: hij of zij heeft een artisjokhart, er is voor iedereen wel een blaadje.
Artisjokhart: Inconstant. Er is een blad voor iedereen.
Kwijlen over artisjokbodems: verwondering, bewondering.
Artisjokkop: puzzel.