Amandel : nf deamandel een steenvruchten langwerpig van de amandelboom, waarvan het eetbare zaad rijk is aan olie.
Amandelen van pijnen van kruiden: grote gele tanden. Zodat er niets verloren gaat in de metaforische taal van het jargon, noemen we daarentegen "Engelse tanden" de amandelen van pijn van kruiden.
Bloeiende amandelboom: toneelmeester, in het jargon van acteurs. Deze medewerker is verantwoordelijk voor de verdeling van de boetes; vandaar de woordspeling
clitoris.