voorkeur : nf Het woord "voorkeur" heeft verschillende betekenissen:
1. Oordeel of gevoel waarmee men een persoon, een ding boven anderen plaatst; gunstiger oordeel.
Ieders voorkeuren.
Een uitgesproken voorkeur hebben voor iemand, iets (zwakte, voorliefde); houden van, verkiezen.
Om een voorkeur voor, voor iemand te tonen.
Ik heb geen voorkeur: het maakt me niet uit.
Voorkeuren van restaurantklanten.
2. Iemand iets gunnen, de voorkeur geven: het voordeel in een vergelijking geven, een keuze geven (de voorkeur geven).
3. Plaats. adv. : bij voorkeur ; bij voorkeur (liever).
Kies bij voorkeur… Kom bij voorkeur in de ochtend.
In volgorde van voorkeur: door elk ding te rangschikken volgens zijn voorkeuren.
4.Loc. voorbereiden. : Bij voorkeur aan, bij voorkeur aan. ; eerder, in plaats van (dan).
Neem het ene boven het andere.
5. De voorkeur hebben. Hebben, voorrang krijgen boven iemand: voor hem uitkomen.
6. Voordeel toegekend aan één persoon in plaats van aan anderen (privilege).
Ik wil geen voorkeuren maken.
7. In economie: regulering van de buitenlandse handel gunstiger dan de common law die wordt toegekend aan producten uit bepaalde landen of groepen landen.
voorkeur van de gemeenschap.