organen : nm. Het woord "orgaan" heeft verschillende betekenissen:
I. (van organon "gereedschap")
1. Een deel van het lichaam van een levend wezen (organisme) het uitvoeren van een specifieke functie.
Laesie van een orgaan (organisch).
Donatie, orgaantransplantatie. De functie creëert het orgel.
orgaan van de bloedsomloop, spijsvertering, ademen.
Interne, externe en absolute en populaire geslachtsorganen: de organen (delen, geslacht).
Zintuigen. L 'œil, orgel van de uitzicht.
2. Instrument
3. Specifiek Instelling die verantwoordelijk is voor de exploitatie van een bepaalde categorie van diensten (organisatie).
Alle bestuursorganen van de staat: de overheid.
4. Mechanisch: Element van een machine met een bepaalde functie (accessoire, uitrusting, instrument).
Machinebesturing en transmissieapparatuur.
II. (van organon "muziekinstrument")
1. Stem (vooral van een zanger, een spreker). Goed gestempeld orgel.
2. Leeftijdsbetekenis: Geautoriseerde stem van een woordvoerder, een tolk.
Het openbaar ministerie is het orgaan van de beschuldiging.
Bij uitbreiding: Periodieke uitgave beschouwd als de uitdrukking, de vertolker van de meningen van een partij, van de belangen van een groep
(krant: persorgel).