Regen: nf (woord van het populaire Latijnse ploia, klassieke pluvia).
Het woord "regen" heeft verschillende betekenissen:
1. Water dat in druppels uit de wolken op de aarde valt (spreektaal: drijft).
De regen valt, valt in emmers, in stromen, in stromen (tot regen).
Regendruppels.
Lichte regen (motregen, motregen).
Zware regen, zware druppels.
Stortregen (staar).
Slagregen (regio: drache), stortregens.
De regen opvangen, nat zijn (spreektaal: besproeid worden, douchen,...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.