Binnengaan: werkwoord (woord komt van het Latijnse intrare “binnengaan” (introit), familie van in “in”). Het werkwoord “binnengaan” heeft verschillende betekenissen: I) Onovergankelijk werkwoord: naar binnen gaan; passeren (in een plaats), zichzelf plaatsen (in een situatie, een staat):A. In de ruimte1. Van buiten naar binnen gaan. Een plaats binnengaan (gaan, binnendringen. Stiekum binnengaan (sluipen, binnenglippen, binnengaan). Hier kan men niet binnengaan (toegang). Binnengaan in een huis, een kamer. Ga naar een koopman.. .
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.