Versnellen: v.tr. (woord komt van het Latijnse accelerare, van celer "snel": snelheid).
Het werkwoord "versnellen" heeft verschillende betekenissen:
1. Gezond verstand: sneller maken.
Versnel het tempo, de beweging (haasten, drukken).
Pronominaal: de pols versnelt.
2. Figuurlijke betekenis: sneller maken (activeren, doorgaan, drukken).
We moeten het werk, de uitvoering versnellen.
Stimuleren. Versnel je carrière (in de volksmond: booster).
3. Intransitief: om de snelheid van een auto te verhogen, de snelheid...
Hallo,
U moet abonnee zijn om de rest van dit artikel, de links en de afbeeldingen te lezen.
Het abonnement op de volledige lezing van de site kost 1 €uro per maand, zonder enige verplichting.
Als je al een lopend abonnement hebt, log dan in via onderstaand formulier.
Anders kan je abonneer je hier.