Siroop : nm Un siroop is een oplossing van suiker in water (puur of met verschillende stoffen toegevoegd).
Leuk, makkelijk werk. Deze muziek/lied is siroop.
Siroop: verveling.
Wijn ; alcoholische drank.
Er is veel siroop op straat : veel mensen of dronken mensen.
Op siroop zijn: in de problemen: Het zit vol op siroop : in de problemen.
Zijn / een shot siroop hebben (genomen): dronken zijn, in een staat van dronkenschap zijn.
Kikker (of pad of eend) siroop: water, zuiver water, regen.
Bletsiroop: zoet water.
Paraplusiroop of pébroque (of pébroc): regenwater.
Barometersiroop: water.
Kikkersiroop: water.
Siroop: zachte muziek, van matige kwaliteit.
Op panadesiroop: in slechte staat, moe.
In de siroop zijn / vallen: flauwvallen; wanneer men niet in zijn natuurlijke staat is na een overmaat; flauwvallen.
Ga naar siroop: in het water vallen.
Neem een siroop: voor een jockey om in de rivier te vallen.
Iemand op siroop hebben: dragen.
Het is geen shotje siroop waard : het is waardeloos.
Gedraaide houtsiroop: wijn.
Begraafplaats of pandorasiroop: likeur.
Straatsiroop: mensen die op straat zijn opgegroeid.
Rifsiroop: bloed (uit een wond). De rif is een vuurwapen.
Mannelijke lichaamssiroop: sperma.
Raapsiroop: sperma (toespeling op de vorm van de raap en zijn kleur).